Zes - schijnbaar - autobiografische verhalen alsmede een drietal gedichten. Het eerste verhaal "Naar Delft heen" betreft een aandoenlijk schooljongensopstel. De drie jongens bereiken Delft niet, maar hun fantasie lijdt er niet onder. In deze bundel met de ondertitel "zes uitstapjes" draait alles om reizen. Zoals het jongensreisje reeds aangeeft, gaat er tijdens alle reizen en tripjes iets mis, vooral door toedoen van de ik-figuur, die overigens steeds weer met opgeheven hoofd, vol spannende wensdromen naar nieuwe bestemmingen vertrekt. Deze verhalen over verlangen en realiteit worden gedragen door een permanent gevoel van betrekkelijkheid zonder dat ze klagerig of modieus ironisch worden. Vele lezers zullen zich in sterke mate kunnen identificeren met de hoofdfiguur die toch zeer gelukkig blijkt met zijn leven en zijn gezin en tijdens momenten van twijfel de humor als een grote kracht ervaart. Superieur vertelde verhalen waarin binnen een serieus kader heel wat te lachen valt