Billy Doper past een jaar op een huis in de Parijse voorstad Meudon. Meeslepend wil hij leven, maar hij ontfermt zich over een kansarme Libanese immigrant en wordt hopeloos verliefd op het verdorven schoolmeisje Fille. Gedreven door de plicht ze te helpen, raakt hij verstrikt in een complot dat door niemand is beraamd maar gewoon voor hem klaarligt.
Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
Jacob Groot (1947) is dichter van een inmiddels omvangrijk oeuvre en soms prozaist. 'Billy Doper' is zijn derde roman en in dat genre beslist zijn meest geslaagde. Natuurlijk is een dichter als hij proza schrijft, nooit een pure prozaist: gelukkig maar, want de sensaties en de levenshouding die Groot zijn hoofdpersoon Billy Doper, tijdelijk woonachtig in het nabij Parijs gelegen Meudon, toeschrijft zijn vaak moeilijk anders dan in poetisch proza te vatten. In allerlei opzichten is Groot een met Kees Ouwens verwante geest, met wie hij ook de bewondering deelt voor de extatische periode in het werk van Herman Gorter. Deze roman is vervuld van een per definitie onvervulbaar Verlangen, maar de wijze waarop Groot in steeds terugkerende taalzinnelijke bewegingen zijn muze Fille aantrekt en op afstand houdt, is adembenemend. Het verlangen is hier tastbaar geworden in de taal, die concreet en zelfs plat kan zijn, naast verheven, mystiek en aards tegelijkertijd. Veel verwijzingen naar films en liedjes, naar literatuur ook, waardoor de roman uitstralende pracht vertoont, ook op het theoretiserende en redenerende vlak, die hem met weinig andere romans van nu vergelijkbaar maakt. Ruime druk.
(NBD|Biblion recensie, T. van Deel)
(source: Bol.com)